|
Paulus Wijnants van Resant (1545-1589)
Paulus Wijnants van Resant, schepen van Den Bosch in 1574, 1575, 1579, 1580, 1586 en 1587. Zoon van Hieronymus Wijnants van Resant Pauluszn en Cornelia Bloeymans. Zijn vader maakte ruim een halve eeuw deel uit van het stedelijk bestuur van Den Bosch en zag zich tot de schepenstoel geroepen in de jaren 1550, 1564, 1576, 1577, 1578, 1582, 1590 en 1593.Zijn vader overleed 6 december 1601 en heeft dus zijn zoon ruimschoots overleefd. Vader en zoon hebben samen 13 jaar als schepen de stad bestuurd; zoon Paulus werd in 1580 eveneens tot kapitein benoemd van een van de twee compagniën stads-soldaten in dat jaar opgericht, wat hij tot aan zijn dood in 1589 bleef. Hij is op 26 september 1575 gehuwd met Barbara Wijtmans.
Zij bracht het kasteeltje Groenendaal in Schijndel met haar huwelijk mee.In het jaar 1603 3) werd dit kasteeltje in een Schijndelse akte aangehaald als te zijn genaamd "Wijnants Huysken". De ingezetenen van Schijndel noemden dit kasteeltje blijkbaar naar de toenmalige bezitters daarvan, n.l. de familie Wijnants (van Resand). In een delingsakte van het jaar 1632 wordt dit slotje aangeduid met de naam "Groenendaal" 4) In het jaar 1603, toen de Wed. Pauwels Wijnants v. Resant het in eigendom had, werd de stad 's-Hertogenbosch voor de tweede maal belegerd door de troepen onder bevel van Maurits, Prins van Oranje. Ook deze krijgsverrichtingen zijn aan Schijndel niet onopgemerkt voorbijgegaan. In dat jaar "vluchtten" de ingezetenen in de Kerk, in de Wijbosse Kapel en in het "Wijnants Huysken" 5). Hetzelfde was het geval in het jaar 1629, toen de derde en beslissende aanval op 's-Hertogenbosch werd gedaan, door Prins Frederik Hendrik. In het register Schijndel R. 88, dat in het rijksarchief in Den Bosch ligt, staat een akte opgetekend welke enig licht geeft op hetgeen ook toen onze voorouders te doorstaan kregen.
Op zekere dag van het jaar 1629, dat de ingezetenen "gevlucht" waren op het "Wijnants Huysken", kwamen op de brug vóór de poort van dit kasteeltje, een aantal ruiters en voetvolk, die vroegen naar de borgemeester of schepen. Toen zij geen bevredigend antwoord kregen, sloeg een der ruiters met zijn geweer in het wilde rond. Een ingezetene kreeg een flinke klap op zijn arm. Toen deze de volgende klap wou ontwijken, viel hij in de gracht van het kasteeltje. Een tweede ingezetene sprong eigener beweging in de gracht, uit vrees voor het woeste optreden van het krijgsvolk. Aan de soldaten werd bevel gegeven het slotje van onder tot boven te doorzoeken, omdat - zoals zij zeiden - de vijand daarop was. De soldaten zouden daarbij ruw zijn opgetreden. Toen niets bijzonders werd geconstateerd. zijn de soldaten weg gegaan.
3) Schijndel B. 87.
4) Zie "De voorname Huizen en Gebouwen van 's-Hertogenbosch", deel I, blz. 212.
5) Schijndel R. 87.
Extra informatie http://www.zwiebelfam.nl/gendata/roland/i317271.htm |