),
geboren circa 1225,
Otto is de stamvader van de heren van Heukelom en van Asperen.
Otto trouwde o.a. een vrouw uit het geslacht Van Heusden / Otto,
heer van Hoekelum, huwde eene dochter Van der Leck. Heer Jan van Arckel en Otto syn broeder,
zoo mede Hugo van der Lede en Jan van der Lede, syn broeder, worden in 1255 vermeld.
Herbaren huwde met Aleid of Alveradis van Heusden en/of Mabelia van Cuyk;,
hij is mogelijk meerdere keren getrouwd geweest. Aleida van Heusden zou een dochter zijn van "Jan Robert van Heusden en Aleijdis Persijn". Hij wordt voor het eerst genoemd in het jaar 1227, voor het laatst in 1243.
Het is wsl. ná die datum dat hij zich heer van Arkel is gaan noemen. In 1243 wordt hij als "Harbertus, miles de Ledhe" samen met zijn broer Jan I,
genoemd in een Utrechtse oorkonde. Omstreeks 1250 werd door hem het gebied van Gorinchem van de graaf van Bentheim verkregen waardoor het machtscentrum van zijn gebied van Heukelum/Asperen meer naar het westen verschoof. Toen is Herbaren zich waarschijnlijk Arkel gaan noemen naar zijn burcht te Arkel. Zijn zoons zegelden in 1253 als "Arkel". Herbaren was heer van Ter Leede.
Nadat Jan VII van Arkel sneuvelde op 24 juni 1234 erfde hij de heerlijkheid Arkel, omdat hij uiteindelijk ook afstamde uit het huis van Arkel.
Hij zou heer van Bergambacht zijn geweest.
Vermeld 1227-1243. Zoon van Floris Herbaren van der Lede.
Er is veel discussie over wie zijn echtgenote zou zijn, mogelijk was dat Aleid van Heusden.
Voor een overzicht van zijn familie en nakomelingen, zie: "De Nederlandse Leeuw" 1942, 1952, 1954 en 1966.
Heer van Ter Leede (Heerlijkheid) van 1212 tot 1234,
overleden (ongeveer 63 jaar oud) te Langerak (Zh) op 14 september 1264,
trouwt (1) met Alverade Aleidvan Heusden. Uit dit huwelijk 5 kinderen,
trouwt (2) met